Heurisko bundelt interessant toegepast onderzoek

Eenmaal per jaar krijgt iedereen een kans om een glimp op te vangen van de nieuwste industriële oplossingen die uit toegepast onderzoek naar boven zijn gekomen. Tijdens het Heurisko-seminarie gaf Flanders Make een inkijkje in welke nieuwe technologieën interessant zijn voor de industrie en welke toepassingen bij die technologieën kunnen horen. Industrial Automation schoof mee aan. 

Toen Archimedes in zijn bad zat, volgde de legendarische uitspraak ‘(h)eureka’, wat neerkomt op ‘ik heb het’. Dat mag je al eens zeggen, als je ontdekt dat de opwaartse kracht die een lichaam in een vloeistof (of gas) ondervindt even groot is als het gewicht van de verplaatste vloeistof (of gas). Dat het Heurisko-event tot hetzelfde Griekse werkwoord is terug te brengen, zij het dan in de tegenwoordige tijd, hoeft niet te verwonderen. De onderzoekers presenteren er immers waarrond ze op dit eigenste moment aan het werken zijn, wat ze aan het vinden zijn. Innovatieve en industrie-klare onderzoeksresultaten en de concrete toepassingen van de partnerbedrijven die erbij betrokken waren, dat is wat deelnemers aan Heurisko mogen verwachten. 

Voor de editie van 2022 kregen de bezoekers nog een smakelijk voorafje. Flanders Make CTO Tom Munters legde uit wat de onderzoeksstrategie en aanpak voor de komende jaren zal zijn. Het heeft immers als strategisch onderzoekscentrum een meerjarig convenant lopen met de Vlaamse regering. Op 31 december zit het huidige erop. Tijd dus om de krijtlijnen voor de komende vijf jaar uit te stippelen. 

Flanders Make wil gedurende die periode mee helpen bouwen aan de vier transformaties die het geïdentificeerd heeft voor de maakindustrie: slimme, geconnecteerde producten en productiesystemen, geïndividualiseerde producten voor de prijs van serieproducten, flexibele productieorganisatie waarin de mens centraal staat, duurzame producten en productiesystemen. Digitalisering zal ook hier haar impact niet missen, met oog voor end-to-end-engineering. Want door mechatronische assets te koppelen aan een digital twin wordt het mogelijk om waarde te creëren, tot productie-intelligentie te komen voor de volledige levenscyclus van assets. Daarnaast zullen lineaire modellen moeten plaats ruimen voor circulaire.

Een duidelijke strategie voor het onderzoek van morgen, dus. Maar hoe ziet dat van vandaag er nu uit? We pikken er één sessie uit waarin innovatie opkrikken centraal stond. 

Deceuninck ging aankloppen bij Flanders Make om de productiviteit en kostenefficiëntie in zijn productie verder te optimaliseren, zonder te moeten inboeten op flexibiliteit. Jan Stroobants (senior research engineer Flanders Make) en Johan Pauwels (R&D manager Deceuninck) kwamen uitleggen hoe ze erin geslaagd zijn om een manier van werken gebaseerd op ervaring om te zetten naar een manier van werken gebaseerd op kennis bij de beklevingslijn. Het kostte te veel tijd en ervaring om de lijn om te stellen naar een ander profiel. Per jaar gaat het om 8.000 wissels, die gemiddeld 90 minuten in beslag namen. De OEE geraakte daarom nooit boven 50%. Samen met Flanders Make werd voor één lijn, waar ongeveer zeventig verschillende profielen passeren, gewerkt aan:

Flanders Make heeft Deceuninck geholpen met deze uitdagingen door twee concrete bouwblokken te programmeren. 

Een eerste bouwblok is een algoritme om de optimale profielvolgorde voor de beklevingslijn te bepalen. Op basis van gemeten of geschatte omsteltijd en een gewenste verzameling profielen, bepaalt een algoritme de profielvolgorde die de laagste omsteltijd veroorzaakt. Een basisvereiste voor een goede profielvolgorde is dat omsteltijden gekend zijn of goed ingeschat kunnen worden, wat niet altijd het geval is. 

Daarbij ondersteunt een tweede bouwblok: een stukje software dat productie-tekeningen (2D DXF) van de beklevingsoperatie analyseert en er in luttele seconden onderscheidende eigenschappen uithaalt die rechtstreeks te maken hebben met de bekleving. Zo houdt de software rekening met de te bekleven oppervlakte, de symmetrie en het aantal handelingen in het proces. Deze eigenschappen laten toe om te bepalen welke profielen op elkaar gelijken voor het concrete proces van bekleving. Zelfs omstellingen die nog nooit plaatsgevonden hebben, zoals bij nieuwe profielen, kunnen zo ingeschat worden. 

Deceuninck slaagde niet alleen in zijn ambities om de omsteltijden drastisch terug te brengen, maar pikte tijdens het onderzoek bovendien interessante elementen op om het productieproces verder te optimaliseren. 

Zo veranderden de tekeningen voor de opera­toren van producttekeningen naar proces­tekeningen, waarbij elke processtap apart behandeld wordt. Omdat Deceuninck zijn kwaliteit ook over meerdere productievestigingen in meerdere landen wil borgen, wil men evolueren naar een gestandaardiseerde aanpak. Er is een basisstructuur opgesteld voor elk profiel, een template die nu verder invulling moet krijgen. 

Het onderzoek bleek ten slotte een stimulans om de productie en IT-afdeling nauwer te laten samenwerken om de juiste data op de juiste manier te linken.