Strenge energie-efficiëntieklasses kunnen ook een opportuniteit zijn

Voor het eerst zullen ook motoren met een vermogen van 0,12 tot en met 0,55 kW energie-vereisten opgelegd krijgen. Machinebouwers zullen dus moeten nadenken over hoe de nieuwe motoren binnen hun ontwerp kunnen passen. Een handschoen die ze niet alleen moeten opnemen. Lenze doet er alles aan om die omschakeling zo eenvoudig mogelijk te laten verlopen voor de markt.

Al sinds 2009 zet Europa stappen om het energieverbruik bij elektrische motoren terug te dringen. Dat ze een belangrijke hap uitmaken van de energiefactuur van de industrie heeft daar alles mee te maken. Maar wat de nieuwe fase die ingaat vanaf juli zo bijzonder maakt, is dat voor het eerst ook de elektromotoren met kleine vermogens in het vizier worden genomen (IE2) en er heel wat uitzonderingen in de al bestaande efficiëntieklasse IE3 verdwijnen. Lenze productmanager Florian Breker: “Zo’n 70% van het energieverbruik van industriële aandrijfsystemen bestaan uit de mechanische en elektrische componenten zoals motor en actuator. Ze vormen dus een belangrijke hefboom om de energie-efficiëntie te verbeteren. Vandaag gebruikt nog maar één op de tien machinebouwers IE3-motoren vanwege een veelvoud aan uitzonderingen die nog toegelaten zijn. Machinebouwers hebben gelukkig nog tot 1 juli aanstaande de tijd om samen met Lenze de nieuwe CE keuring te realiseren voor hun machines.” De roep om meer energie-efficiëntie is overigens geen Europees monopolie. “Ook wereldwijd is er een duidelijke trend naar IE2 en IE3”, vult Francis Denayer, salesmanager BeLux, aan. “Machinebouwers die exporteren helpen we daarom om tot één ontwerp te komen dat over de hele wereld voldoet. Deze nieuwe regelgeving is ook het perfecte opstapje om machines meer te standaardiseren.”

Lenze beseft dat deze overgang een serieuze inspanning vraagt van machinebouwers. Het bedrijf doet er dan ook alles aan om de drempel zo laag mogelijk te houden. “Allereerst in het ontwerp van onze eigen componenten”, geeft Breker aan. “Om de integratie zo vlot mogelijk te laten verlopen, hebben wij de motoren efficiënter ontworpen zonder grote sprongen te maken en hebben wij ook geprobeerd de lengte te optimaliseren, bijvoorbeeld met ons gloednieuwe geïntegreerde encodersysteem. Maar we kunnen niet om de elektrische verschillen in de motor heen om die energetische performantie te verbeteren.” Daarom ontwikkelde Lenze een online change-over tool voor zijn klanten die hen aan de hand van de bestaande parameters in de richting van de best aansluitende, energie-efficiëntere motor wijst. Denayer: “Het idee erachter was onze klanten helpen kiezen welke motor ze precies nodig hadden, zonder dat ze zelf alle catalogi moesten doorbladeren. Nu wordt er aan de hand van de bestaande motor een alternatief voorgesteld, compleet met artikelnummer, step-file en alle mogelijke technische documenten. Een tool waar de voorbije maanden al gretig van gebruikgemaakt is. En voor wie meer technisch advies wil, staan onze experts natuurlijk klaar.”

Een nieuwe motor, een al dan niet aangepast machineontwerp … er zal een meerkost aan verbonden zijn die machinebouwers liever niet willen doorrekenen aan hun klanten. Lenze raadt dan ook aan om verder te kijken dan het vervangen van de motor alleen. “Om een efficiëntieklasse hoger te gaan, moet je ongeveer 20% van de kost van de motor toevoegen. Uiteindelijk draagt de motor maar 10% bij aan het volledige besparingspotentieel van een machine. Grijp dit moment aan om uw volledige machine eens technologisch onder de loep te nemen. De technologie heeft niet stilgestaan de afgelopen jaren”, vertelt Breker. “De dimensionering van de drives is daar een mooi voorbeeld van. Vaak is die historisch zo gegroeid, maar ligt er net veel besparingspotentieel door de volledige aandrijflijn te herbekijken. 80 à 90% van het besparingspotentieel ligt in efficiënte drive dimensionering, gebruik van frequentieregelaars, efficiënte motion control en gebruik van remenergie. Wij stellen hiervoor de Drive Solution Designer Tool graag kosteloos ter beschikking aan onze klanten”, stipt Denayer aan. “Als je voor eindklanten de kosten van hun onderhoud kunt verlagen of de complexiteit van de bediening kan terugbrengen, dan zullen ze al sneller bereid zijn om de meerkost te betalen; zeker wanneer je kan aantonen dat door toevoegen van nieuwe features je veel meerwaarde kan creëren. Een systeemoplossing met Lenze controllers en de verschillende beschikbare softwareapplicaties kunnen hierbij helpen om dit op een snelle en eenvoudige manier te implementeren in een machine. Zie de verplichting van ErP richtlijnverandering als een kans om nog meer toegevoegde waarde te creëren, om future proof machines te bouwen voor de eindgebruikers.”